Wil je leuke dieren naar je tuin toelokken, zodat je binnen en buiten kunt genieten van de diverse tuindieren? In dit artikel kijken we hoe je de beestjes naar je dakterras of tuintje toe kunt krijgen en nog belangrijker, hoe je ze ook in je plantentuin kunt houden. Inspiratie en tips om de diversiteit aan diertjes buiten in de bloementuin te laten groeien, zodat je dagelijks kunt genieten van een vrolijke beestenboel.

Hoe leuk is het niet om een kijkje naar buiten te werpen en te genieten van het buitenleven. De beplanting staat niet alleen in bloei, de grote hoeveelheid diertjes zorgen ook voor een veerkrachtige tuin. Doordat er verschillende dieren in je achtertuin aanwezig zijn, trekt dat weer andere tuindieren aan, waardoor de buitenruimte goed wordt onderhouden. Denk hierbij aan wormen welke zorgen voor een luchtige tuinaarde en insecten welke de beplanting bestuiven. Beide diertjes trekken weer vogeltjes aan welke spontaan naar je buitengedeelte toe komen vliegen om op zoek te gaan naar fijn voedsel. Op deze wijze is de cirkel rond en zullen er steeds meer verschillende diersoorten in de plantentuin zichtbaar zijn.

Heel veel beestjes zijn nuttig, denk hierbij aan mieren en spinnen. Het ene diertje kom je soms iets te veel tegen, de andere diersoort zoals de pissebed zie je stukken minder, maar is wel aanwezig. En dan hebben we het nog niet eens over de tuindieren die je wel hoort, bijvoorbeeld de sprinkhaan, maar niet ziet. 

Toch zijn er wel tuindieren die je regelmatig ziet en dat is de tuinvogel, zoals de koolmees, huismus, merel, spreeuw of houtduif. Gevogelte wat af en aan komt vliegen, op zoek naar voedsel en tuinafval om een nestje van te maken. Misschien denk je dat vogels alleen op een landelijk locatie aanwezig zijn, maar niets is minder waar. In stadstuintjes zie je ook roodborstjes en winterkoninkjes verschijnen. Je moet alleen soms iets meer je best doen om de tuin diervriendelijk te maken. In grote steden zijn immers minder bomen en beplanting aanwezig, daarom is het slim om het vogeltje te verleiden om juist naar jouw achtertuin toe te komen. Dit kun je doen door een vogelhuisje of aantrekkelijk voer buiten op te hangen, vetbollen zijn hier een goed voorbeeld van. Je zult al snel opmerken dat de ekster enthousiast op de vogelvoeding af zal komen en de duif en het roodborstje de gevallen voedingsresten op de grond weer opruimen. 

Voeding is een goed middel, maar je tuin diervriendelijk inrichten, zorgt voor blijvende gasten. Wanneer het dierenvoedsel schaars is dan zullen de vogeltjes zeker op het vogelzaad afkomen, maar ook snel weer wegvliegen. Een tuin met veel stenen is toch niet aantrekkelijk. De dieren kunnen zich niet verschuilen en zijn zo een makkelijke prooi voor katten in de achtertuin.

Beplanting is daarom erg belangrijk, ga voor struiken zoals de Hortensia, diverse klimplanten, graszoden of groenblijvende bomen, zoals de conifeer. De tuinplanten maken de bloementuin aantrekkelijk voor vogels, ze hebben nu een schuilplekje, voeding en misschien zelfs een aantrekkelijke heg zodat ze ook een vogelnestje kunnen maken. Maar er zijn meer tuindieren die baat hebben ij veel groen en dat is de egel.

De egel is overal in Nederland te vinden, het stekelige beestje is namelijk dol op wilde lage begroeiing. Je kunt de egel ook vinden in bermen en langs de autowegen tussen de wilde planten, al hoewel bosranden en een natuurlijke tuin de voorkeur hebben. Wil je je tuintje aangenaam maken voor de egel dan moet het beestje wel je tuindomein in kunnen. Tegenwoordig zien we veel schuttingen met een betonnerand, waardoor de egel niet de tuin in kan. Je kunt een gat maken in schutting, omheining of poortdeur. Zorg ervoor dat de ruimte ongeveer 15x15 cm is, zodat de egel er makkelijk doorheen kan lopen. Let op de plaatselijke buurtkat kan ook mee de tuin in kan komen. Er zijn tegenwoordig handige buizen, welke je ook kunt gebruiken voor de voerplek van de egel. Door de kronkelende buis, kan de egel wel makkelijk door de buis, maar de poes kan er niet doorheen.

Heb je de egel gespot in je tuintje, dan is het van belang om de ruimte aantrekkelijk te maken, dit doe je door bijvoorbeeld een klimophaag tegen de schutting of grond te laten groeien, maar ook door de gevallen bladeren op de grond te laten liggen. Onder het blad liggen namelijk veel diertjes, waar egels dol op zijn zoals kevers en slakken. Heb je last van een ware slakkenplaag, dan is een stekelig beestje in de tuin zo gek nog niet! Als laatste kun je een egelverblijf op een beschutte plek plaatsen, het liefst op een schaduwrijke plek, zo hebben de beestjes ook nog de mogelijkheid om te overwinteren.

Heb je een klein vijvertje in de plantentuin, dit kan zelfs een ingebouwde speciekuip zijn, dan heb je als snel kans op de komst van kikkers en salamanders. Wel is het van belang om de tuin zo in te richten dat de amfibieën er zich ook thuis gaan voelen. Heb even geduld en wacht de situatie dan rustig af. Misschien denk je, waarom kan ik niet naar de plaatselijke sloot of in een natuurlijk gebied een paar kikkertjes vangen, maar dit is wettelijk niet toegestaan. Deze beschermde dieren mag je niet vangen of vervoeren. Wel mag je kikkerdril of de salamanderlarve verplaatsen.

Een vijver geeft veel levendigheid in de achtertuin, er komen niet allen kikkers en salamanders op af, als je goed kijkt dan zie je ook juffers, libellen, watertorren, waterslakken en andere waterbeestjes. Er valt dus genoeg te zien, toch is het ook leuk om een paar vissen te plaatsen. Er zijn wel een paar voorwaarden als je siervissen wilt houden in de vijver, de waterpartij moet immers de juiste diepte, hebben anders kunnen de vissoorten niet overleven. En vele vissen vermeerderen snel, dus start niet met een te grote hoeveelheid.

De insecten hebben het tegenwoordig erg moeilijk in de tuin, als je goed kijkt, zie je ook veel minder vlinders, bijen en hommels. Je kunt de natuur een beetje helpen, door insect vriendelijk tuinplanten te plaatsen, Denk hierbij aan de Lavendel, Kamperfoelie of Vuurdoorn. Op de beplanting komen vele insecten op af. Heb je een waterpartij in de tuin, dan maak je de plantentuin helemaal erg aantrekkelijk. Je zult zien dat de wespen regelmatig een beetje water komen drinken. Zorg voor een paar keien aan de waterrand en je zult zien dat de vliegende beestjes er veel gebruik van zullen maken.

Veel mensen vinden regenwormen vies, toch zijn de beestjes zeer nuttig. Ze kunnen namelijk je keukenafval omzetten in voedingsrijke aarde, het wormencompost is zeer fijn om te gebruiken. De grote hoeveelheid stoffen zorgen ervoor dat je beplanting blijft stralen en hebben een positieve werking op tuinplanten welke zijn beschimmeld. Wil je ook gebruik maken van wormencompost, dan kun je het beste gaan voor een wormenhotel. Met een handige starters set en een paar tijgerwormen, dus geen wormen uit de tuinaarde, kun je je eigen wormenbak maken. Het enige wat je moet toevoegen zijn papier en kartonsnippers, gedroogde bladeren en groente en fruit(schillen).

Welk beestje zie jij regelmatig op balkon of in tuin?